Hella S. Haasse, “De ingewijden”

 Beoordeling: Zes mensen komen min of meer toevallig met elkaar in contact tijdens hun verblijf in het Griekenland van 1954. Het Amerikaanse meisje Jessica Manning, de jonge Kretenzer Niko Stephandidakis, de Nederlandse leraar klassieke talen Lucas Gosschalk, de zestienjarige jongen Marten Siebeling, de schilderes Elina Breskel en de ex-nazi Helmuth… Lees verder

Herman Gorter, “Mei”

 Beoordeling: Mei komt, geboren uit de zon en maan aan op een strand. Haar dode zus April wordt die nacht weggedragen. Mei begint de volgende dag een “tooverige tocht” door het Hollandse landschap, dat uitgebreid beschreven wordt. Ze ontmoet diverse mensen en mythische figuren en belandt uiteindelijk in een stadje…. Lees verder

Het magazijn moet uitgemest!

Bestuurlijke vernieuwing in de 21e eeuw Bestuurlijke vernieuwing en D66 horen bij elkaar, al staat dit onderwerp niet boven aan de agenda. Alexander Pechtold zei hierover: “Ik zeg altijd: dat thema is op voorraad leverbaar, maar het staat nu even niet in de etalage.”* Bestuurlijke vernieuwing heeft, zeker in de… Lees verder

Anna Enquist, “De kwetsuur”

 Beoordeling: De kwestuur is een bundeling van tien verhalen. Wat steeds weer opvalt in het werk van Anna Enquist is dat de personages die daarin optreden zich, in een poging houvast te krijgen, mythes vormen van het ongrijpbare dat hun overkomt. Niet zelden mondt die poging uit in een verbeten… Lees verder

Adriaan van Dis, “Palmwijn” (boekenweekgeschenk 1996)

 Beoordeling: Na een leven vol omzwervingen belandt een oudere vrouw op een eiland voor de kust van Afrika. Niets bindt haar meer. Ze zoekt sensaties, staat voor alles open, maar haar hart blijft gesloten. Tot ze, in een dramatische confrontatie met het lot van de eilandbewoners, de intensiteit van het… Lees verder

Janneke Jonkman, “Soms mis je me nooit”

 Beoordeling: Niemand in Soms mis je me nooit doet wat hij wérkelijk wil. Allereerst is er Max. Hij ontmoet zo veel mogelijk meisjes, maar is eigenlijk het liefst alleen. Het enige meisje dat hem nooit verveelt is Kaneel, maar aan haar denkt hij niet meer. Terwijl Max probeert om van… Lees verder

Abel J. Herzberg, “De memoires van koning Herodes”

Beoordeling: In zijn roman heeft Abel J. Herzberg geprobeerd de verloren gegane memoires van Herodes te doen herleven, niet zozeer als een verweerschrift voor tijdgenoten, maar als een voor het nageslacht bedoelde autobiografie. Herodes, oud en ziek, dicteert aan zijn trouwe secretaris Nicolaüs uit Damascus. Niet alles wat hij beleefd… Lees verder

Mies Bouhuys, Herman van Run en Nico Scheepmaker (redactie), “Even geduld aub” (boekenweekgeschenk 1977)

Beoordeling: Dit boekenweekgeschenk over het thema ’televisie en literatuur’ in het jaar dat de televisie in Nederland 25 jaar bestond, is een aanrader. Diverse schrijvers, dichters en journalisten hebben een stuk geschreven over dit onderwerp, geïllustreerd door een tiental kunstenaars. Het is een prachtig vormgegeven tijdsdocument zowel qua vorm als… Lees verder

Marnix Gijssen, “Overkomst dringend gewenst” (boekenweekgeschenk 1978)

Beoordeling: Deze bundel korte verhalen is saai, slecht en lelijk. Om het in Potgieters termen uit te drukken “Kopijeerlust des dagelijkschen levens”, maar het mist de stijl van bijvoorbeeld Carmiggelt. De tekeningen van Wout van Vliet zijn lachwekkend: geen kunstenaar, maar een kunstenflanser; verschrikkelijk! Voor de enige leuke grap in… Lees verder

Hugo Claus, “De zwaardvis” (boekenweekgeschenk 1989)

Beoordeling: Tijdens het verloop van een idyllische zomerdag op het land kruisen de lotsbestemmingen van vier mensen elkaar: een jonge, gescheiden vrouw, haar grillige zoontje, een aan lager wal geraakte veearts, en een dorpsonderwijzer. Een redeloze misdaad wordt begaan. Droombeeld en hartstocht, verlangen en teloorgang worden met elkaar verweven tot… Lees verder

Roemer Visscher, “Sinnepoppen”

Beoordeling: De emblemata van Roemer Visscher zijn leuke historische literaire objecten, die soms ook nu nog leuk zijn. De kwaliteit en mate van aansprekendheid is wisselend, maar doorgaans zitten deze emblemata goed in elkaar. Deze vorm wordt tegenwoordig nog gebruikt door onder andere de makers van Fokke en Sukke en… Lees verder

Jan van der Noot, “Het bosken”

Beoordeling: De dichtbundel Het bosken van Jan van der Noot uit ongeveer 1570 laat het werk zien van een kundig dichter. Hij is goed in wat hij doet, dichten in de traditie van de rederijkers, al zegt hij zelf veel verder te zijn. Toch is het niet het soort poëzie… Lees verder

Henri Knap, “De Ronde van ’43” (boekenweekgeschenk 1981)

Beoordeling: De Ronde van ’43 speelt zich af op één oorlogsdag in een Nederlandse provinciestad. Een jonge huisvader maakt een zwerftocht op de fiets. Achterop zit een joods meisje. De man moet haar laten onderduiken. Hij bezoekt een aantal adressen. De bewoners wordt gevraagd of zij het meisje onderdak kunnen… Lees verder

Simon Carmiggelt en Peter van Straaten, “Mooi kado” (boekenweekgeschenk 1979)

Beoordeling: In dit boekje over boeken vind men de op papier gevangen neerslag van Carmiggelts relaties met schrijvers. Een bloemlezing uit Carmiggelts nooit eerder gepubliceerde aandeel in de befaamde correspondentie met Gerard Reve, die de aandachte lezers van ‘De taal der Liefde’ naast Gerards daarin afgedrukte brieven leggen kan. Persoonlijke… Lees verder

Joost Zwagerman, “Roeshoofd hemelt”

Beoordeling: Welkom in T-Mart, het warenhuis dat kan wedijveren met de kosmos omdat alles er te koop is wat in de wereld was, is of zal zijn. T-Mart is een Mekka, een walhalla, de vindplaats van de graal. En T-Mart is ook een melkweggrote uitdragerij waar iedere klant als vanzelf… Lees verder

Marianne Frederiksson, “Anna, Hanna en Johanna”

Beoordeling: Anna, de dochter en kleindochter in het boek, beseft na een bezoek aan haar demente moeder Johanna hoe weinig zij eigenlijk van haar weet. Dat brengt haar ertoe het spoor terug te volgen om zo te ontdekken waardoor de persoonlijkheden van haar grootmoeder, Hanna, haar moeder, Johanna, en haarzelf… Lees verder

Erasmus, “Absurda”, “Hippoplanus” en “Minnebroeders Uyt-vaert”

Beoordeling: De drie teksten die ik heb gelezen van Erasmus, in vertaling door Cornelis Crul, komen uit zijn Colloquia, dialogen over allerhande onderwerpen. De Absurda is een gesprek tussen twee dove mannen over een bruiloft waar één van de twee op weg naar toe is geweest. Hippoplanus verhaalt over een… Lees verder

Ronald Giphart, “Phileine zegt sorry”

 Beoordeling: In een waanzinnig contemplatief zet Phileine (‘brains, beauty, beast, best’) haar leven op een rij. Haar vriendinnen zijn haar vriendinnen niet meer, ze werkt heel hard terwijl ze gewoonlijk liever lui is, oprechte levensvreugde kan ze al maanden niet meer opbrengen en haar acterende vriend Max, het enige vrolijke… Lees verder