Jan van der Noot, “Het bosken”

Beoordeling: De dichtbundel Het bosken van Jan van der Noot uit ongeveer 1570 laat het werk zien van een kundig dichter. Hij is goed in wat hij doet, dichten in de traditie van de rederijkers, al zegt hij zelf veel verder te zijn. Toch is het niet het soort poëzie… Lees verder

Henri Knap, “De Ronde van ’43” (boekenweekgeschenk 1981)

Beoordeling: De Ronde van ’43 speelt zich af op één oorlogsdag in een Nederlandse provinciestad. Een jonge huisvader maakt een zwerftocht op de fiets. Achterop zit een joods meisje. De man moet haar laten onderduiken. Hij bezoekt een aantal adressen. De bewoners wordt gevraagd of zij het meisje onderdak kunnen… Lees verder

Simon Carmiggelt en Peter van Straaten, “Mooi kado” (boekenweekgeschenk 1979)

Beoordeling: In dit boekje over boeken vind men de op papier gevangen neerslag van Carmiggelts relaties met schrijvers. Een bloemlezing uit Carmiggelts nooit eerder gepubliceerde aandeel in de befaamde correspondentie met Gerard Reve, die de aandachte lezers van ‘De taal der Liefde’ naast Gerards daarin afgedrukte brieven leggen kan. Persoonlijke… Lees verder

Joost Zwagerman, “Roeshoofd hemelt”

Beoordeling: Welkom in T-Mart, het warenhuis dat kan wedijveren met de kosmos omdat alles er te koop is wat in de wereld was, is of zal zijn. T-Mart is een Mekka, een walhalla, de vindplaats van de graal. En T-Mart is ook een melkweggrote uitdragerij waar iedere klant als vanzelf… Lees verder

Marianne Frederiksson, “Anna, Hanna en Johanna”

Beoordeling: Anna, de dochter en kleindochter in het boek, beseft na een bezoek aan haar demente moeder Johanna hoe weinig zij eigenlijk van haar weet. Dat brengt haar ertoe het spoor terug te volgen om zo te ontdekken waardoor de persoonlijkheden van haar grootmoeder, Hanna, haar moeder, Johanna, en haarzelf… Lees verder

Erasmus, “Absurda”, “Hippoplanus” en “Minnebroeders Uyt-vaert”

Beoordeling: De drie teksten die ik heb gelezen van Erasmus, in vertaling door Cornelis Crul, komen uit zijn Colloquia, dialogen over allerhande onderwerpen. De Absurda is een gesprek tussen twee dove mannen over een bruiloft waar één van de twee op weg naar toe is geweest. Hippoplanus verhaalt over een… Lees verder

Ronald Giphart, “Phileine zegt sorry”

 Beoordeling: In een waanzinnig contemplatief zet Phileine (‘brains, beauty, beast, best’) haar leven op een rij. Haar vriendinnen zijn haar vriendinnen niet meer, ze werkt heel hard terwijl ze gewoonlijk liever lui is, oprechte levensvreugde kan ze al maanden niet meer opbrengen en haar acterende vriend Max, het enige vrolijke… Lees verder

Ingmar Heytze, “Het ging over rozen”

 Beoordeling: Ingmar Heytze is een topdichter. Zoals al eerder geschreven combineert hij humor met inhoud. Dat maakt hem veel beter dan diverse dichters die tegenwoordig op podia staan en enkel met humor proberen het publiek te bespelen. Naast de lach is er ook een traan her en der en een… Lees verder

Janwillem van de Wetering, “De verdachte Verheugt” (boekenweekgeschenk 1980)

Beoordeling: Twee Amsterdamse politiemensen – voor kenners: Grijpstra en De Gier – rijden in hun autootje over de grachten, blij dat de dag erop zit. Maar als ze een oploopje zien en de weinig overzichtelijke situatie eens wat nader in ogenschouw nemen, krijgt hun beroepsmatige nieuwsgierigheid de overhand: het is… Lees verder

Hella S. Haasse, “Sleuteloog”

 Beoordeling: Een journalist benadert de kunsthistorica Herma Warner met de vraag of zij hem informatie kan verschaffen over Mila Wychinska. Hij is die naam tegengekomen in een dossier over mensenrechtenactivisme in Zuidoost-Azië. Het verzoek dwingt Herma zich te verdiepen in het verleden dat zij dacht voorgoed achter zich te hebben… Lees verder