Mooie zinnenboek – Over de hersenen
“Als het menselijk brein zo eenvoudig was, dat we het konden begrijpen, dan zouden we zo dom zijn, dat we het toch niet zouden begrijpen.”
“Als het menselijk brein zo eenvoudig was, dat we het konden begrijpen, dan zouden we zo dom zijn, dat we het toch niet zouden begrijpen.”
Hoewel dit gedichtje natuurlijk zeer moralistisch is en de boodschap vanuit een duidelijk christelijke grondslag wordt gebracht, zie je ook dat er in 150 jaar weinig verandert. Zoekt u een kind, zoals in de derde strofe beschreven, kijkt u dan naar My super sweet sixteen van MTV. Als ik kind’ren… Lees verder
“Niets van belang is ooit tot stand gebracht zonder dat iemand er eerst heel lang van heeft gedroomd” Uit: Arthur Japin, Vaslav (voor mijn recensie van Vaslav van Arthur Japin zie hier)
“Al het mogelijke doen is onbelangrijk, het enige wat telt is dat je het ónmogelijke voor elkaar krijgt…” Sergej Pavlovitsj Diaghilev Uit: Arthur Japin, Vaslav, p. 213 (voor mijn recensie van Vaslav van Arthur Japin zie hier)
Als ik lees dan ben ik Jan en Alleman en ook zijn zusje. Krijg ik slaag van Dronken Vader en links en rechts een kusje Als ik lees dan ben ik mens en dier en iets ertussenin. Ben ik kikker, ben ik prins en ben ik Kleine Zeemeermin. Als ik… Lees verder
“Als hun kleren te ruim zitten brengen mensen ze bij mij. Ze betalen me om ze te vermaken: hun jassen, hun jurken, broeken, bustehouders, allemaal te groot. Of ik ze wil innemen, omzomen, ophalen. Waarom vragen ze mij dat? Ze zouden dat probleem zelf kunnen oplossen, gratis en voor niks,… Lees verder
“Wie op verstandige en rechtschapen wijze een stad wil regeren, moet twee zaken voor ogen houden. Ten eerste mag men het algemeen belang nooit uit het oog verliezen, wie er ook voor- of nadeel van mocht hebben. Want het algemeen belang is voor hoog en laag en daar is meer… Lees verder
(Over Kaïn en Abel) “Het klinkt als een groot wonder dat één man een kwart van de mensheid op aarde doodsloeg, maar men kan dat zeggen omdat er maar vier mensen waren in die tijd en er één een ander doodde.” Uit: Jan van Boendale, Lekenspiegel, p. 53
“Alles waar je je aandacht op richt, wordt onzichtbaar, onbereikbaar, dat is ten minste mijn ervaring. Je ziet de dingen pas werkelijk uit je ooghoeken, als je eigenlijk ergens anders mee bezig bent. Het is net of de werkelijkheid zich dan gepasseerd voelt, het niet neemt en zich aan je… Lees verder
“Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt” Uit: Jeroen Brouwers, “Bezonken rood”
“Het leven is geen vraagstuk dat je moet oplossen, maar een mysterie dat je moet leven”
“Zoals de lift nooit een bedreiging is geweest voor de trap, zo is he te-boek dat niet voor het boek” Stephen Fry (bron: Boek Magazine, jaargang 7, nummer 2, p. 17)
“Mensen hebben liever dat je in een pratende God gelooft dan in een pratende knuffelbeer. Maar ik zie het verschil niet.”
Hij is bot, maar erg grappig: Christianity – the belief that a cosmic jewish zombie who was his own father can make you live forever if you symbolically eat his flesh and telepathically tell him you accept him as your master, so he can remove an evil force from your… Lees verder
“De vergadering beraadslaagde aan één stuk door tot halfzeven ’s avonds, en nam toen de volgende drie wetten aan, die de voorzitter, staande op zijn stoel, niet zonder voldoening voorlas: ‘Wet 1: Er moet iets gebeuren. (Met algemene stemmen aangenomen). Wet 2: Wij moeten het er niet bij laten zitten… Lees verder
“Elke minuut dat jij je druk maakt om je verleden gaat af van jouw toekomst”
“Due to lack of interest, tomorrow is cancelled” Uit: Kaiser Chiefs, Ruby
“Er werd nog een derde partij opgericht, en dit was de Partij van de Vrijheid. De leden daarvan waren al heel lang ontevreden over de gang van zaken, en vonden dat er te veel ambtenaren waren en dat de regering zich met alles bemoeide.” Uit: Godfried Bomans, “De avonturen van… Lees verder
“Het is een treurspel bij welks vertonen niemand treurt en de gehele wereld naar huis verlangt” (over Gysbrecht van Aemstel)
“Alles is maar een weet. En weten is an te leren. Vatten niet.” Uit: Herman de Man, “De kleine wereld”