In dit beroemde kinderboek komen alle hoogtepunten uit ons verleden voorbij (met uiteraard het verhaal van het jongetje met zijn vinger in de dijk), beschreven door een Amerikaanse vrouw die Nederland nooit heeft bezocht, maar wel wist: ‘Nederland is een van de vreemdste landen onder de zon’. Al schaatsend zien de hoofdpersonen in dit boek de hoogtepunten van Nederlandse steden als Haarlem, Leiden en Den Haag aan zich voorbijtrekken.
Dit is nou een boek dat iedere conservatief in Nederland gelezen lijkt te hebben. Hollandse winters waarin je nog kon schaatsen van Haarlem naar Den Haag, gezelligheid met Sinterklaas en gevuld met molens, boerderijen en klederdrachten. Dit land, bewoond door leergierige jongens, roept enige herkenning op, maar is vooral een idyllisch beeld van Nederland, gezien vanuit een Amerikaanse schooljuf.
Dit boek is bovendien een typisch negentiende-eeuws verhaal qua opbouw: via allerlei toevalligheden (het lot?) hangt alles met alles samen en alles komt goed; het blijft natuurlijk een kinderboek. Toch zou je gezien het taalgebruik niet zeggen dat je hier van doen hebt met een kinderboek.