Beoordeling:
In dit boekje over boeken vind men de op papier gevangen neerslag van Carmiggelts relaties met schrijvers. Een bloemlezing uit Carmiggelts nooit eerder gepubliceerde aandeel in de befaamde correspondentie met Gerard Reve, die de aandachte lezers van ‘De taal der Liefde’ naast Gerards daarin afgedrukte brieven leggen kan. Persoonlijke herinneringen aan A. Roland Holst. Het verslag van twee curieuze ontmoetingen met de hoogst begaafde schrijver Koos Speenhoff. Een navrant verhaal rond het laatste blaadje dat Herman Heijermans ooit schreef. Gegevens over Willem Elsschots schermutselingen met de Duitse censuur van Goebbels. En een reeks Kronkel-achtige kleine vertellingen over lezingenhouders, bibliotheekklanten, boekverkopers, literaire jeugdzonden van Vestdijk en Marsman en de soms komische gevolgen van schrijversroem.
Peter van Straaten, die al in twee, door hem royaal verluchte boeken van Carmiggelt bewees hoe feilloos hij de sfeer van de auteur aanvoelt, heeft ook dit geschenk van cartoons en tekstillustraties voorzien. Het duo speelt lichte muziek, met – zo hier en daar – een wat donkere toets.*
Carmiggelt schrijft alsof hij naast je aan een tafeltje zit en je een verhaal vertelt. Niet moeilijk of experimenteel, maar helaas wel veel te snel weer vergeten. Van grote bekendheid tussen 1950 en 1980 is hij na zijn dood te snel verdwenen.
Dit boekje is een mooi voorbeeld van Carmiggelts werk. De briefwisseling met Reve is minder interessant om te lezen, maar de overige verhalen zijn leuk en nog steeds interessant.
*Bron: gebaseerd op de flaptekst van Mooi kado