Amsterdam, eind negentiende eeuw. Het is de tijd van het opkomend socialisme, van een grenzeloos vertrouwen in de toekomst en van een grote belangstelling voor spiritualiteit. De villa’s in Zuid schieten als paddestoelen uit de grond, terwijl een paar honder meter verderop de nauwe stegen en straatjes van de binnenstad krioelen van de hoeren, charlatans en potsenmakers.
Hector, een dandy in hart en nieren, weet vanuit de krochten van de stad het welvarende paradijs van de villawijk binnen te dringen door zich aan te bieden als medium – een bemiddelaar tussen de wereld van de geesten en die van de levenden. In de weelderige huiskamers van de rijken houdt hij seances voor een gretig publiek, en voldoet hij aan hun wensen, verlangens en dromen.
Ook Hectors beste vriend George heeft visioenen van een nieuwe wereld, zij het van een wat aardsere variant. Hij is een vurig pleitbezorger van het socialisme, dat onder de arme bevolking van de binnenstad aan de man gebracht moet worden. Hij bezoekt talloze bijeenkomsten waar wordt opgeroepen tot saamhorigheid en verzet tegen de machthebbers, en zoekt naarstig naar een manier om de heersende klasse ten val te brengen.
Terwijl de stad en haar bewoners zich krachtig een weg banen naar de nieuwe tijd, dromen Hector en George ieder op hun eigen manier van een betere toekomst. Dan komen ze er echter langzaam maar zeker achter dat hun idealen en visioenen niet meer zijn dan luchtkastelen, en vallen hun dromen een voor een aan gruzelementen.*
Het boek komt in de eerste helft langzaam op gang. Komrij schetst Amsterdam aan het einde van de jaren ’90 van de 19e eeuw, een typische fin-de-sciècledandy en een typische laat-negentiende-eeuwse socialist. Na deze schets komt het verhaal echter snel op gang. De vraag hoe Hectors werkzaamheden als medium in elkaar zitten, waarover je in de eerste helft met veel twijfels wordt opgezadeld, wordt langzaam opgelost.
De klopgeest is een gerafineerde pronkkast, volgestouwd met Komrijs kennis van de negentiende eeuw. Waar Harry Mulisch doorgaans echter te duidelijk laat zien dat hij zijn kennis wil etaleren, zijn de pronkstukken van Komrij netjes geplaatst tussen de decorstukken van het verhaal. Het is boek met een mooi verhaal, stijlvol taalgebruik en het schetst een mooi beeld van de 19e eeuw.
*Bron: flaptekst De klopgeest