Afgelopen week schreven enkele jonge docenten in de Volkskrant een artikel naar mijn hart. Zij legden pijnlijk de vinger op zere plek in het onderwijs: het aanzien van het vak en de inbedding in de arbeidsmarkt.
De laatste maanden merk je dat onder druk van verdere onderwijsbezuinigingen, hooggestemde idealen, politieke discussies en onvrede in het onderwijsveld discussies opkomen over de toekomst van het onderwijs. Hopelijk zet deze discussie door en gaan we het in Nederland eindelijk weer eens hebben over stippen op de horizon. Over het waarom, in plaats van het wat of hoe.
‘Die mooie baan in het onderwijs is ook een fuik’
Waar mensen met een arbeidsverleden in het bedrijfsleven vaak zo aan de slag kunnen in het onderwijs, zit de leraar in de regel zijn hele carrière opgesloten op school. Dat schrijft een groep leraren met een universitaire graad.
Als starters in het onderwijs hebben wij bewust voor het leraarschap gekozen. We hebben een universitaire graad, volgen nu de lerarenopleiding, halen daarmee een tweede master en staan betaald voor de klas. Dit bevalt goed. Bovendien voelen we ons ook gewenst…