Kleine docentjes
Als mentor van een brugklas ben je in de eerste periode vooral druk met het laten wennen van leerlingen aan de nieuwe schoolomgeving. Leerlingen groeien daardoor ontzettend hard: de eerste keer iets doen is soms eng, maar als je het eenmaal hebt gedaan wen je er snel aan en binnen de kortste keren voel je je thuis.
Eigenlijk geldt hetzelfde voor nieuwe docenten. Toen ik een paar jaar geleden begon te werken op het Canisius College moest ik ook veel zaken voor het eerst doen: toetsen maken, mondelinge betogen beoordelen en examens nakijken. Bovendien ben je nog sterk op zoek naar je rol: wat voor soort docent wil je graag zijn? Met die achtergrond keek ik dus op van de manier waarop mijn brugklasleerlingen tijdens de projectdagen hun rol als ‘workshopleider’ vervulenden op basisschool Het talent.
Met de brugklassen bezoeken we al jaren basisschool Het Talent in Lent. De leerlingen van het Canisius College bereiden een workshop voor over een thema en gaan samen met de leerlingen van Het Talent aan de slag om iets in te studeren, te knutselen of te bouwen. Daarnaast lopen ze een ochtend mee met de leerlingen van Het Talent om te zien hoe er op die basisschool gewerkt wordt.
Met mijn mentorklas, 1D, waren wij te gast bij unit Groen, groep 1/2 en 3/4. De leerlingen van groep 3/4 gingen na het voorstelrondje aan de slag met leeswerk en de kleuters verdeelden zich over de zandtafel, de poppenhoek, kralenplank, bouwhoek en LEGO. Daarna werd gestart met de workshops. Bijna direct wisten de leerlingen van het CC de 4- tot 8-jarigen te instrueren en te ondersteunen bij het uitvoeren van de workshop.
Ikzelf liep rond tussen mijn mentorleerlingen en ging, net als de andere brugklasmentoren, rondkijken in de andere units. Bijna anderhalf uur werd er gewerkt aan tekeningen, knutselwerken en liedjes. De mentoren hoefden maar weinig te doen: de leerlingen namen de rol van docent volledig op zich. Vanaf twee uur ’s middags presenteerden de leerlingen hun werk voor ouders en medeleerlingen. Prachtige resultaten werden in optochten aan iedereen getoond.
Leerlingen van 13 jaar wennen snel, zo blijkt, en zitten blijkbaar mooi in het midden: ze kunnen nog makkelijk mee de poppenhoek of LEGO-doos induiken, maar zijn ook al zo volwassen dat ze zich kunnen gedragen als kleine docentjes. De bedenkers van het spreekwoord “Te groot voor het servet, maar te klein voor het tafellaken” hebben ongelijk gehad. 13-jarigen zijn precies groot genoeg om met beiden te kunnen omgaan.