Als de schrijfster Lotte Inden ontdekt dat ze ziek is, besluit ze een jonge man in dienst te nemen voor vierentwintig uur per dag, kost en inwoning inbegrepen. Hij is niet alleen haar verzorger, chauffeur, tafelheer, eerste lezer en secretaris, maar ook de archivaris van wat ze haar ‘erfelijk materiaal’ noemt: de aantekeningen die als bouwstenen moeten dienen voor haar laatste grote roman. Omdat Lotte bang is dat ze het werk dat haar oeuvre compleet maakt niet meer zelf te kunnen voltooien, bereidt ze hem er langzaam op voor dat zijn handen de hare moeten vervangen als ze zelf niet meer kan schrijven. Ze maakt hem executeur-testamentair van haar erfenis: een zolder vol aantekeningen over de dood, de liefde, de verleiding, het geheim en de familie.*
Dit boekenweekgeschenk is een echte Palmen, maar dan in het klein. Filosofie, literatuur en een intrigerende vrouw zijn de vaste ingrediënten van ieder Palmen-boek. Vanaf het begin krijg je als lezer het gevoel dat je Lotte Inden wilt ontmoeten. De gesprekken tussen haar en de ik-figuur zijn boeiend en onderhoudend, het verhaal ontvouwt zich op een mooie wijze, alleen het einde blijft wat vaag, maar zet wel tot nadenken. Ook als roman over het ontstaan van een roman is dit boek zeer geslaagd. Een welverdiende vijf sterren na mijn dramatische ervaringen met I.M.
*Bron: flaptekst De erfenis