Kun jij macht en status opgeven?

Deze column over macht en status verschijnt ook in de nieuwsbrief van de Skillsambassade.

Als je kijkt naar de geschiedenis van het Nederlandse onderwijs, dan is er altijd een onderscheid geweest tussen verschillende sociaal-economische lagen in onze samenleving. De elite kreeg andere vakken dan ‘het volk’, ze kregen op andere manieren les en met een ander beroepsperspectief en inkomen. De Nederlandse bevolking stond ook eeuwenlang achter die verdeling van mensen in verschillende lagen en onderwijs dat daarop aansloot. Gerrit Vatebender had ruim 200 jaar geleden radicale onderwijsideeën, maar schatte zijn kansen op succes laag in: “Een groote menigte zal zig verzetten tegen de onbillijkheid, om hunne Wel Edel geboorene Heeren Jongens vermengd te zien met kinderen der Burgers en der Bedelaars.”

In ons huidige onderwijssysteem zien we dit ook nog steeds. Middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs lijken iets te zeggen over de mate waarin je academische kennis hebt. De wortels van deze benadering liggen echter in de traditionele verdeling tussen de “grote” burgerij, “kleine” burgerij, zelfstandige boeren en arbeiders. De lijn via vwo naar de universiteit, de lijn via de havo naar het hbo en de lijn via het vmbo naar het mbo worden vaak bepaald door de sociaal-economische status van de ouders.

Skillsgericht denken kan dit soort systemen en patronen doorbreken, maar dat vraagt wat van de huidige grote en kleine burgerij. Want zo lazen we dat opleidingsniveau tot een grotere verdeeldheid in onze samenleving leidt en de mensen met een hoger opleidingsniveau bepalen in grote mate hoe het leven van mensen met een lager opleidingsniveau vorm krijgt. Dat zie je onder andere bij thuiswerken: “Zo werkt 40% van de academici meerdere dagen per week thuis. Onder vmbo’ers is dit 10%”. Ik kan zelf als docent niet vanuit huis werken, maar gemiddeld genomen zijn banen die op locatie móéten, de banen die minder salaris en status opleveren. Die scheve verdeling zegt ons dus iets over de ruimte, kansen en mogelijkheden voor verschillende bevolkingsgroepen.

Wil je skillsgericht werken, dan moet je ten eerste erkennen dat iemands skills, de dingen die hij of zij kan en jij niet, waarde hebben. Misschien wel meer waarde dan wat jij doet. Wat is meer waard: compliance of een huis bouwen; managementprocessen of zorg verlenen in een ziekenhuis; controle van declaraties of een cliënt ondersteunen? Wat heeft waarde? Welke beroepen waren ook alweer essentieel in 2020?

De macht en status van de werkgever zal dus ook kleiner worden: je gaat data afstaan richting een skillspaspoort. De medewerker kan gegevens gaan gebruiken en zich verder ontwikkelen. Het belang van het diploma dat jouw hoger opgeleid maakt wordt kleiner; het belang van wat je kan wordt groter. De medewerker kan eenvoudiger een andere plek zoeken op de arbeidsmarkt, passend bij diens skills. Jij zult harder moeten werken om je medewerkers vast te houden.

Kun jij die verschuiving aan? Bedenk jezelf in hoeverre jij bereid bent macht en status op te geven om de arbeidsmarkt en het onderwijs voor iedereen beter te maken. Als het skillspaspoort wil slagen, zullen we ook bereid moeten zijn de systemische factoren die het paspoort tegenhouden aan te pakken. Ben jij daar klaar voor? Doe jij mee?

Getagd , , . Bladwijzer de permalink.

Over Wim Pelgrim

Vader van Noor en Daan | man van Jessie | docent Nederlands | skillspasport | eIDAS 2.0 | podcast | D66 | 4daagse

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *