Beoordeling:
Wanneer er een hele stroming liefdespoëzie naar je vernoemd wordt, dan heb je wel indrukwekkende poëzie geproduceerd. Ik behandel het petrarskisme ook in vwo 4, dus dan moet je ook eens het originele materiaal in duiken. En met het Liedboek uit de Perpetua-reeks is dan een erg mooie variant.
Wanneer je zo’n boek leest, moet je niet proberen deze van kaft tot kaft te lezen. Je bladert, leest, geniet of niet. Sommige gedichten zijn erg mooi, zoals gedicht 336:
’t Is in de geest dat ik haar steeds ontmoet
(de Lethe zelf zou er haar niet verjagen),
zoals ze was op ’t toppunt van haar dagen:
kracht van haar ster bracht haar geheel in gloed!
Zo – mooi en ingetogen, puur en goed –
heb ik haar voor het eerst gadegeslagen!
“Ze lééft, zoals mijn ogen haar eens zagen!”
roep ik en ik verwacht haar welkomstgroet.
Ik was abuis en kom bij zinnen, maar
toch lijkt het soms of ze iets zeggen wil
en ik zeg tot mijn geest: “Je bent bedrogen.
Want dertienachtenveertig was het jaar,
het eerste uur, de zesde van april:
toen is die pure ziel haar lijf ontvlogen.”
Het probleem van Petrarka is dat hij aan het begin staat van een stroming. Dat betekent dat veel van zijn gedichten sterke overeenkomsten kennen. En zoals vaker met veel van hetzelfde, het gaat op een gegeven moment wat vervelen. Een prima Liedboek om in huis te hebben en zo af en toe, bijvoorbeeld op Valentijnsdag, eens wat uit te lezen.