In het tijdschrift De negentiende eeuw stond deze keer [36 (2012) 2] een mooi artikel over burgerschapsvorming: Vaderlandse geschiedenis en de participerende burger. Onderwijs in burgerschap in het midden van de negentiende eeuw. Het artikel laat mooi zien dat er in twee eeuwen niet veel is veranderd. Er komen iedere keer mensen die vinden dat het onderwijs de morele kompassen van de burgers zo moet afstellen dat zij actieve, morele of sociaal bewogen deelnemers aan de maatschappij worden.
Ik geloof niet zo sterk in de mogelijkheden van het onderwijs om al dit soort thema’s bij te brengen. Ouders en opvoeders zijn vele malen belangrijker voor het bijbrengen van maatschappelijke vaardigheden. In dat geval geldt veelal ‘goed voorbeeld doet goed volgen’. Zeker in het voortgezet onderwijs, waar een leerling al snel tussen de 12 en 16 docenten voorbij ziet komen in een week, is de invloed van de docent beperkt.
Het artikel biedt en interessante inkijk in het denken over burgerschap en de rol van het onderwijs hierin. De laatste jaren grijpen politici vaker terug op oplossingen die in de negentiende eeuw of daarvoor gemeengoed waren. Laten we leren van het verleden en de oplossing als een schoolvak ‘burgerschapsvorming‘ snel terzijde schuiven.