Bij het herlezen van alle boekenweekgeschenken tot 1948 (daarvoor worden ze wat te duur om aan te schaffen) valt mij wel vaker op dat niet iedere schrijver op de korte baan tot zijn recht komt. Anderen zijn daar beter in. Tessa de Loo hangt er een beetje tussenin. Het verhaal in Het rookoffer is eigenlijk maar een heel dun verhaaltje. Door de bijzondere opbouw zorgt De Loo ervoor dat het meer lijkt dan het is. Voeg daar nog wat intertekstuele spiegelingen aan toe en het boek kan als best aardig worden betiteld, maar het blijft weinig wereldschokkend.
Het rookoffer is niet voor niets nog steeds een populair boek op boekenlijsten van eindexamenkandidaten: het is dun, leest snel weg en is niet te moeilijk. Als je dan toch graag iets van TEssa de Loo zou willen lezen, pak dan liever De tweeling of De meisjes van de suikerwerkfabriek.