Op het hoogtepunt van zijn roem richt de wereldberoemde balletdanser Vaslav Nijinski zich midden in een optreden tot zijn publiek. ‘Nu is het kleine paardje moe,’ zegt hij en loopt het toneel af. De rest van zijn leven, nog 31 jaren, brengt hij door zonder te spreken en zonder ooit nog te dansen.
In het mondaine skioord Sankt Moritz reconstrueren drie ooggetuigen de gebeurtenissen rond deze noodlottige dag, 19 januari 1919, ieder vanuit zijn of haar eigen optiek: zijn echtgenote Romola, die als een tijgerin heeft gevochten om deze ‘God van de dans’ te veroveren, zijn afgewezen minnaar, de legendarische Sergej Diaghilev, oprichter van de Ballets Russes, die alles in het werk heeft gesteld omhem te vernietigen, en zijn bediende, die uit de dramatische beslissing van zijn meester moed put om ook zijn eigen leven radicaal om te gooien.*
Ik was bijzonder blij toen ik van de directeur van de Arbeiderspers een ongecorrigeerde drukproef kreeg toegestuurd van de nieuwste roman van Arthur Japin die op 6 september 2010 uitkomt. Ik ben al jaren fan van het werk van Arthur Japin en ook van de persoon Japin. De grote wereld, Een schitterend gebrek en vooral De overgave vond ik prachtromans. Met veel plezier begon ik dus aan Vaslav.
Helaas viel de roman me tegen. Zeker in het begin van het boek lijkt het tempo erg laag te liggen. Er worden 100 pagina’s besteedt aan een halve ochtend. Daarin zitten wel massa’s flashbacks, herinneringen, anekdotes en andere ‘extra’s’, maar doordat Japin vaak terugkeert naar de huidige tijd, blijf je je ervan bewust dat de tijd slechts minuten vooruitkruipt. Bovendien geven de vele flashbacks en herinneringen je een ‘van de hak op de tak’-gevoel.
Kijkend naar de grotere lijn in het boek verstaat Japin de kunst spanningsbogen zo lang op te spannen, dat ze toch nog net inzakken. Elke keer als je denkt ‘wanneer stopt hij met al die uitwijdingen en gaan we weer eens terug naar het hoofdpad’ gebeurt dat binnen een pagina of vijf. Dat is jammer, want dat geeft je het gevoel dat het een saai boek is, terwijl er voldoende wordt beschreven.
Het hoofdstuk waarin Romola het woord neemt, is wat mij betreft het meest geslaagd. Dit, ondanks de enorme tijdsprongen hier die een ongeoefende lezer snel in de war brengen. Japin houdt van sterke vrouwelijke personages en deze dragen doorgaans ook het verhaal: zo ook hier. Je blijft het gevoel houden dat Peter en Diaghilev bijfiguren zijn, terwijl ze ruim tweederde van het boek de verteller zijn bij wie het perspectief ligt.
De manier van schrijven van Japin blijft prachtig: de zinnen, de woordkeus en de mooie citaten die er aan zijn werk te ontlenen zijn (1, 2). Ook de manier waarop de problematiek van vandaag de dag door zijn historische roman heenschemert is mooi. Bijvoorbeeld op bladzijde 208 waar een discussie over conservatisme en progressivisme in het licht van de laatste verkiezingen interessant materiaal oplevert voor toekomstige literatuurhistorici.
Een interessant boek, in zekere zin een mooi boek, maar ook een wat tegenvallend boek. Ik hoop dat Japin de volgende keer weer een roman schrijft die wat meer literair en minder filosofisch en historisch van toonzetting is.
Een laatste opmerking moet gewijd worden aan de uitgeverij en in het bijzonder de vormgever: wat een ongelooflijk lelijke kaft is er voor dit boek ontworpen! Wat dat betreft valt zijn boek echt uit de toon in vergelijking met eerder werk.
*Bron: flaptekst Arthur Japin, Vaslav
Pingback: Tweets die vermelden WimPelgrim.nl - Exclusief! - Arthur Japin, "Vaslav" (verschijnt 6 september 2010) -- Topsy.com
Pingback: WimPelgrim.nl - Mooie zinnenboek - Uit: Arthur Japin, "Vaslav"