“Als hun kleren te ruim zitten brengen mensen ze bij mij. Ze betalen me om ze te vermaken: hun jassen, hun jurken, broeken, bustehouders, allemaal te groot. Of ik ze wil innemen, omzomen, ophalen. Waarom vragen ze mij dat? Ze zouden dat probleem zelf kunnen oplossen, gratis en voor niks, door veel en vet te eten, net zolang tot ze in de gewenste maat groeien, maar geen zinnig mens doet dat. Het is de omgekeerde wereld. Mijn klanten passen zich niet aan hun kleren aan. Natuurlijk niet. Zit hun iets niet lekker dan laten ze het mij omspelden naar hun eigen model. Wou jij het anders aanpakken? Goed, het leven zit jou niet gegoten. Het zit jou zo ruim, je zou er nog in verdwalen. Is dat een reden om aan jezelf te tornen? Als je mouwen te kort zijn, hak je dan je handen af zodat je jasje beter zit? Ben jij besodemieterd? Snij het leven op maat, jongen! Is de wereld je te groot, vermaak hem!”
Uit: Arthur Japin, De grote wereld, p. 57