Komt een vrouw bij de dokter is de verfilming van de gelijknamige bestseller van Kluun. De film vertelt het verhaal van Stijn; hij houdt van het leven en het leven houdt van hem. Hij heeft een eigen zaak, een prachtige dochter en het lekkerste wijf van de wereld. Dat hij af en toe van andere vrouwen geniet hoeft zijn Carmen niet te weten. En bovendien, zijn hart is van Carmen, dus wat maakt het uit. Hij is ‘on top of the world’. Hij heeft het gemaakt. Maar dan; borstkanker. Zijn wereld stort in.
Carmen en Stijn komen terecht in een rollercoaster van ziekenhuis in, ziekenhuis uit, chemokuren en bestraling. Maar hij is er voor haar. Altijd. Hoe vreselijk moeilijk dat ook is. En dan is er Roos. Zomaar. Onaangekondigd staat ze tijdens carnaval voor zijn neus. Ze wordt zijn kankervrije oase, waar hij de kilte van thuis even kan vergeten. Wat hij nooit voor mogelijk had gehouden, gebeurt; hij wordt verliefd. Verslaafd zelfs, aan Roos. Elke vrije minuut wil hij bij haar zijn. Zijn leven wordt een chaos, iedereen vraagt aandacht, het kantoor moet door, zijn vrouw gaat dood. Stijn moet nú een keuze maken.*
Vaak is het boek beter dan de film, heel soms is de film beter dan het boek en heel, heel soms zijn ze echt 100% gelijkwaardig. Komt een vrouw bij de dokter was als boek op emotioneel vlak en mogelijk vanuit de herkenning of inleving een goed boek en ik was destijds lyrisch na het lezen. Stilistisch en qua diepgang biedt het boek niet heel veel.
Voor de film geldt hetzelfde: als je je mee laat nemen in de achtbaan van het verhaal en even anderhalf uur meegaat in het leven van Stijn en Carmen is het een prachtig verhaal waarin je heen en weer wordt geslingerd tussen lachen, vertedering, huilen en woede. De typering “de Turks Fruit van de eenentwintigste eeuw” is wat mij betreft de beste karakterschets voor deze film en ik raad al die miljoenen mensen die dit boek gelezen hebben aan om ook een bezoek te brengen aan de film en opnieuw lekker mee te huilen!
*Bron: Bol.com