Iedereen is wel eens gek van liefde: iedereen kent de maniakale begeerte die met grote hartstocht gepaard gaat en de dwaze haat die met het voorbijgaan van de passie komt – maar niet iedereen kan die gekte goed onder woorden brengen.
In Gek van liefde beschrijft Francine Oomen gevoelens van verlangen, verliefdheid en liefdesverdriet. Haar gedichten bieden troost aan wie afscheid moet nemen van een oude liefde en herkenning voor wie hunkert naar een nieuwe. In heldere taal en zonder pathetiek analyseert ze haar iegen liefdeleven: vallen en opstaan, sadder and wiser – dat is de kern van deze bundel liefdespoëzie.*
Toen ik de bundel van Oomen opensloeg, waren de eerste gedichten die ik las geen pennenvruchten waar ik blij van werd, maar lezend en speurend kwam ik tussen de joepie-joepie-lyriek ook enkele pareltjes tegen. Dit zijn vooral de gedichten waarin de triestere kanten van de liefde aan bod komen.
Deze bundel is een bonte mengeling van mooie en minder mooie poëzie met allerlei verschillende onderwerpen, thema’s, gedachten en variaties in stijl. Zo zijn er het prachtige Voorbij, het ontroerende Geen prettig aangezicht, het flutsige Liedje dat almaar door mijn hoofd blijft malen en het onbegrijpelijke Geel weiland.
*Bron: Flaptekst Gek van liefde